Voorraden
De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën:
In de bedragen zoals opgenomen in de kolommen ‘vermeerderingen’ en ‘verminderingen’ zijn ook de bedragen begrepen die bij de onderhavige onderwerpen in de jaarrekening als winst dan wel verlies zijn verwerkt.
Ten aanzien van de bouwgronden in exploitatie zoals opgenomen in bovenstaande tabel wordt in onderstaande tabel inzicht gegeven in het uiteindelijk te verwachten resultaat van deze grondexploitaties. Uitgangspunt hierbij is de boekwaarde zoals opgenomen in deze jaarrekening. Vervolgens is een inschatting gemaakt van de nog te maken kosten en de nog te verwachten opbrengsten, waarna een geprognosticeerd resultaat per grondexploitatie wordt gepresenteerd. Ten aanzien van de getroffen verliesvoorziening voor grondexploitaties wordt vermeld dat deze voorziening tot en met het jaar 2018 werd gewaardeerd tegen de netto contante waarde. Met ingang van 2019 vindt deze waardering plaats tegen de verwachte eindwaarde. Omdat de omvang van deze voorziening zeer beperkt is, is het effect van deze wijziging verwaarloosbaar.
Uitzettingen korter dan één jaar
De in de balans opgenomen uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden:
Schatkistbankieren
Decentrale overheden zijn verplicht om hun overtollige middelen in 's Rijks schatkist aan te houden. Om het dagelijkse kasbeheer te vereenvoudigen is er een drempelbedrag, afhankelijk van het begrotingstotaal, dat buiten de schatkist mag worden gehouden. Dit drempelbedrag is gelijk aan 2% van het begrotingstotaal, met een minimum van € 1.000.000. De benutting van het drempelbedrag wordt berekend als gemiddelde over alle dagen in het kwartaal. Gemiddeld mag een decentrale overheid dus maximaal het drempelbedrag buiten de schatkist hebben gehouden. In het besluit begroting en verantwoording (BBV) is opgenomen dat in de toelichting bij de balans gerapporteerd moet worden over het drempelbedrag en het gebruik daarvan in elk kwartaal. Voor 2023 bedraagt ons drempelbedrag € 2.059.000. De gemiddelde kwartaalcijfers op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen bedragen: 1e kwartaal € 290.000, 2e kwartaal
€ 369.000, 3e kwartaal € 317.000 en 4e kwartaal € 279.000.
Onderstaande tabel geeft aan welke bedragen gemiddeld ieder kwartaal door de gemeente Bodegraven-Reeuwijk zijn uitgezet bij de schatkist.
Liquide middelen
Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:
Overlopende activa
De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden:
De in de balans opgenomen te ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, kunnen als volgt worden gespecificeerd: