Ga naar de inhoud van deze pagina.
Jaarstukken 2024 Jaarstukken 2024 vastgesteld door de Raad 10-7-25

Onroerende-zaakbelastingen (OZB)

Bij het vaststellen van de begroting is besloten om de opbrengst van de OZB, naast de algemene inflatiecorrectie van 4,2%, bij de niet-woningen met 12,5% extra te verhogen. Daarmee is het tarief voor de woningen dus met 4,2% en het tarief voor de niet-woningen met 16,7% gestegen. Dat betekende echter niet dat de tarieven van 2023 zondermeer met deze percentages konden worden verhoogd. Een aanslag OZB wordt namelijk enerzijds bepaald door het tarief, maar anderzijds door de WOZ-waarde. En deze WOZ-waarde wordt jaarlijks opnieuw bepaald. Het is dan ook gebruikelijk om de tarieven eerst te corrigeren voor de WOZ-waardeontwikkeling en pas daarna te verhogen met het gewenste percentage.

Bovenstaande werkwijze is ook gehanteerd bij het bepalen van de tarieven voor 2023. Voor de cijfers met betrekking tot de WOZ-waardeontwikkeling is toen echter wel uitgegaan van een prognose, omdat de BSGR, op het moment dat de verordening OZB 2023 werd vastgesteld, nog niet alle objecten had getaxeerd. Uiteraard was dat een jaar later, toen de verordening OZB 2024 werd vastgesteld, wel het geval en de definitieve cijfers bleken iets af te wijken van de prognose. En aan de raad was toegezegd om hiermee bij het bepalen van de tarieven voor 2024 rekening te houden. Concreet betekende dat, dat eerst de tarieven voor 2023 zijn herberekend en daarna deze herberekende tarieven als uitgangspunt hebben gediend voor het bepalen van de tarieven voor 2024.

Berekening tarieven

De voor 2023 vastgestelde tarieven zijn dus eerst herberekend. Vervolgens zijn deze herberekende tarieven gecorrigeerd voor de gemiddeld opgetreden waardestijging die tussen 1 januari 2022 en 1 januari 2023 heeft plaatsgevonden. Aan de hand van de cijfers die door de BSGR zijn aangeleverd is daarbij in de categorie woningen uitgegaan van een waardestijging van ongeveer 2,68% en in de categorie niet-woningen van een waardestijging van 2,1%.

Vergelijking van de tarieven voor 2024 met die van 2023, gecorrigeerd aan de hand van bovengenoemde percentages voor de waardeontwikkeling, uitgaande van een verhoging met 4,2% voor de woningen en 16,7% voor de niet-woningen, en rekening houdend met het feit dat de ophoging van het tarief voor de niet-woningen ten behoeve van het Ondernemersfonds niet is aangepast, geeft dan het volgende beeld:

Opbrengst

De totale opbrengst van de OZB is in 2024 ruim € 1,25 miljoen hoger dan in 2023 en bijna € 47.000 hoger dan begroot. Het verschil met 2023 wordt uiteraard veroorzaakt door de stijging van de tarieven en door areaaluitbreiding. Het verschil met de begroting wordt veroorzaakt door een iets hogere stijging van de WOZ-waardes, met name in de categorie woningen. Een vergelijking van de opbrengst over de afgelopen jaren geeft het volgende beeld: