Wind op land en energyhubs
Voor het afstemmen van opwek, afname, en opslag van energie bij bedrijventerreinen wordt gekeken naar de mogelijkheid van energyhubs bij bestaande en toekomstige bedrijventerreinen. Deze energyhubs moeten de druk op het energienet verlichten en hiermee netcongestie tegengaan. Hiervoor is de inhuur van externe expertise vereist.
Vernieuwing warmte programma
De Transitievisie Warmte (TVW) moet elke vijf jaar worden vernieuwd zodat deze aansluit bij de laatste stand van zaken en dat gebruik gemaakt kan worden van de opgedane kennis van de voorgaande jaren. Dit betekent dat deze voor eind 2026 vernieuwd moet zijn. De nieuwe naam van de Transitievisie Warmte is het Warmteprogramma. Het Warmteprogramma concretiseert de planning en de wijze van verduurzamen van de woningen in Bodegraven-Reeuwijk.
Hiervoor zullen enkele (extern uit te zetten) onderzoeken moeten plaatsvinden die ons meer duidelijkheid kunnen geven over de beschikbare energie (warmte en elektriciteit), transportmogelijkheden (netcongestie) en de mogelijkheden om woningen na te isoleren (Soorten Managementplan, ruimtelijke en beleidsrestricties). Mogelijk zal er ook een onderzoek moeten plaatsvinden over de lokale mogelijkheden voor energieopslag (warmte en elektriciteit). Deze onderzoeken, en het verwerken van de uitkomsten in een beleidsdocument kosten geld en ambtelijke uren. De onderzoeken zullen we proberen te financieren uit de CDOKE-middelen. Voor het opstellen van het beleidsprogramma en de begeleiding van de noodzakelijk onderzoeken is (extra) ambtelijke capaciteit nodig. Hierbij gaan we uit van 1 FTE voor 2026 of 100.000,-.
Wanneer er geen middelen beschikbaar zijn dan zullen we gebruik moeten maken van reeds bestemde CDOKE-middelen, waardoor ander beleid of ondersteuning geen doorgang kan vinden.
Toekomstbestendig bedrijventerrein
Op dit moment wordt gewerkt aan een programma voor het verduurzamen en toekomstbestendig maken van bedrijventerreinen. Doel is samen met de bedrijven per terrein een visie op te stellen over het bedrijventerrein in 2050 en de route er naartoe. Deze aanpak is een bestuurlijke opdracht. Deze aanpak vraagt o.a. een direct aanspreekpunt binnen de gemeente. Deze werkzaamheden worden op dit moment door tijdelijke gelden uitgevoerd die op zijn na 2025. Om hiermee door te gaan zijn er vanaf 2026 structureel nieuwe middelen nodig om er zo capaciteit op in te kunnen zetten. Voor deze werkzaamheden zijn geen subsidies vanuit duurzaamheid beschikbaar.
Gezondheidsnota en preventieplan alcohol
Een gemeentelijke gezondheidsnota en een preventie- en handhavingsplan alcohol is een verplichting die de Wet publieke gezondheid en Alcoholwet voorschrijft. Een dergelijke nota en plan dient in Bodegraven-Reeuwijk nog tot stand te worden gebracht. Aan de gemeenteraad is toegezegd in 2025 aan deze verplichtingen te voldoen. Hiervoor is extra expertise en beleidscapaciteit van Hecht ingehuurd. De kosten hiervan kunnen niet in zijn geheel binnen het budget voor Hecht worden opgevangen daar dit extra dienstverlening betreft. Voor de uitvoering van dit plan is vanaf 2026 structureel € 150.000 opgenomen.
Rioolheffing
Er is op dit moment een discussie gaande tussen de VNG, de Unie van Waterschappen en de Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin) over de vraag of het uitleveren van gegevens door waterbedrijven inzake het waterverbruik mogelijk in strijd zou kunnen zijn met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Er zijn inmiddels al waterbedrijven die daarom geen of nog maar beperkt gegevens uitleveren. Oasen valt daar vooralsnog niet onder, maar het is niet uitgesloten dat, afhankelijk van de uitkomst van de discussie, alle waterbedrijven daartoe over zullen gaan.
Wanneer een en ander ertoe leidt dat de waterbedrijven geen gegevens meer gaan uitleveren, dan zal het ongetwijfeld lastiger of zelfs onmogelijk worden om op basis van waterverbruik rioolheffing te heffen. Daarom heeft de BSGR alle gemeenten die een dergelijke heffing hanteren, waaronder dus ook Bodegraven-Reeuwijk, al geadviseerd om te kijken naar andere methodieken voor de rioolheffing. En wanneer je dan vasthoudt aan het principe “de vervuiler betaalt”, zou je dan bijvoorbeeld over kunnen gaan op een heffing op basis van huishoudenomvang, zoals dat nu ook al bij het vastrecht voor de afvalstoffenheffing wordt gehanteerd.