
Structureel tekort in de formatie
Al een aantal jaren blijkt uit de analyse van de resultaten van de jaarrekening dat er sprake is van een structurele overschrijding van de loonkosten van circa € 1,3 miljoen. Het college kiest ervoor deze overschrijdingen een halt toe te roepen door het opnemen van een structurele verhoging van de loonsom. De hierboven geschetste overschrijding werd steeds voor een deel gecompenseerd door een hoger uitvallende opbrengst van aan investeringen en grondexploitaties toe te rekenen loonsom door middel van de bekende toeslag van 9% voor overhead. Dit komt neer op een bedrag van circa € 0,5 miljoen. Het is daarom logisch die opbrengst eveneens structureel door te voeren in de begroting.
Versterking middenkader
Op dit moment wordt in de organisatie stevig ingezet op versterking van het middenkader teneinde meer structuur aan te brengen. Voor een deel kan dit worden gerealiseerd door het inzetten van huidige medewerkers, maar voor een flink deel gaat het ook om het daadwerkelijk aantrekken van gekwalificeerde medewerkers waar tot op heden in de begroting slechts voor een klein deel (€ 250.000) rekening mee was gehouden.
Omvang formatie
De afgelopen tijd heeft er extern onderzoek (benchmark) plaatsgevonden naar de formatieomvang van onze organisatie in vergelijking met gemeenten in dezelfde klasse qua inwonertal, sociale, fysieke en demografische structuur. Dit rapport is nog niet formeel opgeleverd, maar uit de eerste contouren wordt wel duidelijk dat versterking van de organisatie met name op de bedrijfsvoering en beleid hoogst noodzakelijk is. Deze achterstanden zijn historisch te verklaren, vanuit het ontbreken van hiërarchie en de keuze beleidsarm te werken.
De huidige formatie binnen de bedrijfsvoering is niet voldoende om de basisdienstverlening richting de organisatie te kunnen waarborgen. Deze bestaat grofweg uit advisering van de managers en medewerkers, doorontwikkeling van beleid en instrumentarium en het ontwikkelen en bijhouden van dashboards. Ook uit het in november/december uitgevoerde medewerker onderzoek blijkt dat bij sommige organisatie onderdelen er een te hoge werkdruk wordt ervaren. Daarnaast wordt geconstateerd dat op sommige beleidsterreinen er een beperkte beleidscapaciteit is.
Er wordt gekozen voor een invoering in tranches om de wijzigingen en invoering beheersbaar te houden. Niet alles kan tegelijk.
In afwachting van een op te stellen plan van aanpak zijn vooralsnog de financiële gevolgen hiervan niet vertaald.
Bedrijfsvoering – basis op orde
Het beeld dat uitbreiding van de formatie nodig is, strookt ook met de analyse dat er binnen de bedrijfsvoering onderdelen op verschillende plaatsen achterstanden zijn. Die doen zich vooral voor in het formuleren van beleid, het ontwikkelen en implementeren van instrumentarium en het invoeren en monitoren van noodzakelijke processen.
Voorbeelden hiervan zijn het ontbreken van formatie en bezettingsoverzichten, up-to-date arbobeleid, heldere processen m.b.t. budgethouderschap, het ontbreken van een formele auditing- en evaluatiestructuur informatiebeveiliging (NIS2) en strategische bestuurscommunicatie. Dit betekent dat de organisatie en het college onvoldoende in staat is te sturen op het realiseren van de bestuurlijke doelstellingen uit het coalitieakkoord en voldoen aan wettelijke eisen.
Uit het al genoemde rapport is onomstotelijk vast te stellen dat de bedrijfsvoering breed in de organisatie sterk onder druk staat. De afgelopen jaren is hier sterk op ingeboet en dit leidt meer en meer tot problemen. Het versterken van de organisatie zoals hierboven omschreven is daar een uitwerking van, maar daarnaast is het noodzakelijk dit incidenteel te ondersteunen met een programma om in een periode van twee jaar de basis op orde te krijgen.
Dit komt in de praktijk neer op een start in de tweede helft van 2025 en een uitloop in 2026.
Zakelijke lasten
De budgetten voor zakelijke lasten zijn te laag. In de afgelopen jaren zijn die budgetten niet evenredig geïndexeerd met de stijging van de tarieven. Zowel gemeentelijke heffingen als bij waterschapsheffingen. Daarnaast is een aantal panden verbouwd/vernieuwd waardoor deze in waarde zijn gestegen. Deze waarde is de grondslag voor de heffingen. De aanbeveling is om vanaf heden de index conform de OZB te hanteren.
Bezuiniging op subsidie terugdraaien
De vastgestelde subsidieverordening wordt geïmplementeerd. Per doelstelling wordt een subsidieplafond bepaald. De taakstellende bezuiniging van 2025 is doorgevoerd en daarbij is duidelijk geworden dat nieuwe aanvragen niet gehonoreerd konden worden en bestaande subsidierelaties (veel) minder activiteiten kunnen ontplooien wat directe invloed heeft op de leefbaarheid in de kernen. Het voornemen is de bezuinigingen op de uitgaande subsidies voor 2026 terug te draaien.
Bijdragen vanuit de regiodeal
Recent is duidelijk geworden dat de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, als onderdeel van de regiodeal, een bijdrage van een aantal miljoenen euro’s tegemoet kan zien. In beginsel is deze bijdrage bedoeld voor het mogelijk kunnen maken van nieuwe investeringen en voornemens. Budgetneutraliteit is daarbij het uitgangspunt. Toch is het wellicht mogelijk om uitgaven die wij nu al voor dit soort zaken doen, onder de werking van de deal te brengen. Wij denken daarbij aan € 150.000 voor de duur van drie jaar.