Het algemene financiële beleid is erop gericht de toename van de schuldpositie te verminderen en zo mogelijk de schuldpositie af te bouwen. Het treasurybeleid is opgenomen in het Treasurystatuut. Treasury houdt zich bezig met risico’s, die samenhangen met alle (toekomstige) kasstromen. Deze risico’s komen zowel voort uit de financieringsbehoefte, als uit de modaliteiten van de bestaande portefeuilles (onder meer: vervroegde aflossingen, herfinanciering, herbeleggen, renteaanpassingen en dergelijke). Het treasurybeleid is primair gericht op het waarborgen van financiële continuïteit door het resultaat en vermogen te beschermen tegen financiële risico’s en de organisatie financierbaar te houden. Deze bescherming vindt plaats door de renterisico’s en risico’s uit financiële posities te vermijden en te spreiden.
De uitgangspunten hiervoor zijn als volgt:
- zorg dragen voor voldoende financierbaarheid op korte en lange termijn
- bewerkstelligen van passende financieringslasten
- beheersen van wettelijke en feitelijke rente- en of financieringsrisico’s
- risicomijdend uitzetten van gelden en afgeven van garanties (mag alleen nog in het kader van een publiek taak)
- zorg dragen voor een effectief, veilig en efficiënt betalingsverkeer
- actief onderhouden van contacten met marktpartijen om toegang tot de financiële markten open te houden
Actief wordt gebruik gemaakt van de wettelijke mogelijkheden om passende financieringslasten te bewerkstelligen. Dit resulteert onder meer in het zo maximaal mogelijk betrekken van de kasgeldlimiet bij financieringsbeslissingen.
Financieringsbeleid
De belangrijkste financiële doelstelling van het college is het terugdringen van de schuldenpositie. Dit binnen de spanning van bezuinigen aan de ene kant en het zoveel als mogelijk realiseren van maatschappelijke doelstellingen. Het beleid is erop gericht het aantrekken van langlopende leningen zoveel mogelijk te beperken. Uiteraard wel binnen de grenzen die daar door de wet aan worden gesteld.
De verwachting omtrent de renteontwikkeling
De afgelopen jaren zijn de rentepercentages historisch laag gebleven. Op het moment van het opstellen van deze begroting is daar duidelijk een kentering in te zien. Om die reden wordt in deze begroting voor de komende jaren met een rentepercentage van 4% gecalculeerd. Dit is een cijfermatige benadering waarin een zo goed mogelijke inschatting is gemaakt van de te verwachten langjarige benodigde langlopende leningen. Het hierboven beschreven financieringsbeleid is daarbij leidend.