Ga naar de inhoud van deze pagina.
Programmabegroting 2026 - 2029 Begroting 2026-2029 geamendeerd raad 04-11-2025

Onroerende-zaakbelastingen (OZB)

Voorgesteld wordt om de opbrengst van de OZB met de algemene inflatiecorrectie van 2,6% te verhogen. Dat betekent echter niet dat de voor 2025 vastgestelde tarieven zonder meer met dit percentage kunnen worden verhoogd. Om tot een goede tariefberekening te komen zullen eerst 2 tussenstappen genomen moeten worden:

  1. Herberekening van de tarieven voor 2025 aan de hand van de definitieve cijfers omtrent de waardeontwikkeling tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024: een verordening OZB moet altijd vóór 1 januari van het belastingjaar worden vastgesteld. Op dat moment zijn de definitieve cijfers omtrent de WOZ-waardeontwikkeling echter nog niet bekend. Daarom wordt bij het berekenen van de tarieven uitgegaan van een prognose. Dat kan dus betekenen dat de tarieven, als de definitieve cijfers omtrent de waardeontwikkeling afwijken van de prognose, iets te laag of te hoog worden vastgesteld. En als deze te hoog of te laag vastgestelde tarieven dan weer als basis dienen voor de tarieven van het jaar daarop, dan blijft die te hoge of te lage tariefstelling bestaan. Aan de raad is daarom toegezegd om eenmaal vastgestelde tarieven eerst te herberekenen aan de hand van de definitieve cijfers omtrent de waardeontwikkeling en deze herberekende tarieven dan als basis te laten dienen voor het jaar daarop.
  2. Correctie van de voor 2025 herberekende tarieven aan de hand van de waardeontwikkeling tussen 1 januari 2024 en 1 januari 2025: Begin 2026 zullen door de BSGR nieuwe WOZ-waardes worden vastgesteld, die als grondslag zullen dienen voor de OZB. Deze nieuwe WOZ-waardes worden vastgesteld naar het prijspeilniveau van 1 januari 2025. Voor 2025 golden als grondslag voor de OZB nog WOZ-waardes die waren vastgesteld op basis van het prijspeilniveau van 1 januari 2024. De voor 2025 vastgestelde of herberekende tarieven moeten daarom worden gecorrigeerd voor de gemiddeld opgetreden waardestijging (of -daling) die tussen 1 januari 2024 en 1 januari 2025 heeft plaatsgevonden. Wanneer een dergelijke correctie niet zou worden toegepast en de voor 2025 vastgestelde of herberekende tarieven met 2,6% zouden worden opgehoogd, zouden bij een stijging van de WOZ-waarde te hoge tarieven worden vastgesteld en zou de opbrengst van de OZB dus meer stijgen dan nu wordt voorgesteld.

Vergelijking van de tarieven voor 2026 met die van 2025, uitgaande van een verhoging met 2,6%, geeft dan het volgende beeld:

Opmerking verdient nog wel het volgende: bovengenoemde berekeningen zijn gebaseerd op een indicatie met betrekking tot de waardeontwikkeling. De kans is daardoor aanwezig dat de tarieven voor 2026 in verband met de definitieve cijfers omtrent de ontwikkeling van de WOZ-waardes moeten worden bijgesteld. In het kader van de vaststelling van de Verordening OZB in december 2025 wordt u hierover nader geïnformeerd.