Ga naar de inhoud van deze pagina.
Programmabegroting 2025 - 2028 Vastgesteld door de gemeenteraad 5 november 2024

Onroerende-zaakbelastingen (OZB)

Voorgesteld wordt om de opbrengst van de OZB met de algemene inflatiecorrectie van 2,9% te verhogen. Dat betekent echter niet dat de voor 2024 vastgestelde tarieven zonder meer met dit percentage kunnen worden verhoogd. Om tot een goede tariefberekening te komen zullen eerst 2 tussenstappen genomen moeten worden:

  1. herberekening van de tarieven voor 2024 aan de hand van de definitieve cijfers omtrent
    de waardeontwikkeling tussen 1 januari 2022 en 1 januari 2023: een verordening OZB
    moet altijd vóór 1 januari van het belastingjaar worden vastgesteld. Op dat moment zijn
    de definitieve cijfers omtrent de WOZ-waardeontwikkeling echter nog niet bekend.
    Daarom wordt bij het berekenen van de tarieven uitgegaan van een prognose. Dat kan
    dus betekenen dat de tarieven, als de definitieve cijfers omtrent de waardeontwikkeling
    afwijken van de prognose, iets te laag of te hoog worden vastgesteld. En als deze te
    hoog of te laag vastgestelde tarieven dan weer als basis dienen voor de tarieven van het
    jaar daarop, dan blijft die te hoge of te lage tariefstelling bestaan. Aan de raad is daarom
    toegezegd om eenmaal vastgestelde tarieven eerst te herrekenen aan de hand van de
    definitieve cijfers omtrent de waardeontwikkeling en deze herrekende tarieven dan als
    basis te laten dienen voor het jaar daarop.
  2. correctie van de voor 2024 herrekende tarieven aan de hand van de
    waardeontwikkeling tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024. Begin 2025 zullen door de
    BSGR nieuwe WOZ-waardes worden vastgesteld, die als grondslag zullen dienen voor de
    OZB. Deze nieuwe WOZ-waardes worden vastgesteld naar het prijspeilniveau van 1
    januari 2024. Voor 2024 golden als grondslag voor de OZB nog WOZ-waardes die waren
    vastgesteld naar het prijspeilniveau 1 januari 2023. De voor 2024 vastgestelde of
    herrekende tarieven moeten daarom worden gecorrigeerd voor de gemiddeld
    opgetreden waardestijging (of –daling) die tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024 heeft
    plaatsgevonden. Wanneer een dergelijke correctie niet zou worden toegepast en de voor
    2024 vastgestelde of herrekende tarieven met 2,9% zouden worden opgehoogd,
    zouden bij een stijging van de WOZ-waarde te hoge tarieven worden vastgesteld en zou
    de opbrengst van de OZB dus meer stijgen dan nu wordt voorgesteld.

Vergelijking van de tarieven voor 2025 met die van 2024, uitgaande van een verhoging met 2,9%, geeft dan het volgende beeld:

Opmerking verdient nog wel het volgende: bovengenoemde berekeningen zijn gebaseerd op een indicatie met betrekking tot de waardeontwikkeling. De kans is daardoor aanwezig dat de tarieven voor 2025 in verband met de definitieve cijfers omtrent de ontwikkeling van de WOZ-waardes moeten worden bijgesteld. In het kader van de vaststelling van de Verordening OZB in december 2024 wordt u hierover nader geïnformeerd.